WELDERS AND FITTERS
Pharma and Food

T10 - aantal seconden dat de kamer van het laskop zich vult met gas.

 

T11- aantal seconden dat het gas blijft na stromen als de las klaar is.

 

N20 - omtrek die de laskop aflegt, bij een instelling van 365º draait de laskop dus 5º verder, dit betekend dus dat de las 5º overlapt wordt.

 

T25 - duur afbouw stroomsterkte na las-cyclus, bij een instelling van 10 seconden, duurt het dus 10 seconden tot de stroomsterkte afgebouwd is naar 0.

 

I22 - stroomsterkte van de hoogste puls, de hoge puls is gekoppeld aan T22, T22 bepaalt de duur van de hoge puls, als T22 ingesteld is op, 107ms dan betekend dit dat er 107ms  de hoogst ingestelde stroom wordt gebruikt.

 

I23 - stroomsterkte van de laagste puls, de lage puls is gekoppeld aan T23, T23 bepaalt de duur van de lage puls.

 

T30 - bepaalt het aantal seconden van inbranding, als de instelling 4.5 seconden is dan, blijft de toorts dus 4,5 seconden stil staan voordat hij zijn cyclus start.

 

TERUG